In november verbleef ik met Bas 3 weken in het prachtige Thailand. Wat een paradijs! Onze reis begon in Phuket. Omdat we vooral wilden genieten van mooie eilanden en niet de drukte van een stad, besloten we dan ook onze reis niet in Bangkok te laten beginnen, maar een vlucht te nemen van Amsterdam naar Kuala Lumpur, en vervolgens direct naar Phuket. Vanaf het vliegveld reden we met onze ‘airport pickup’ naar Khao Lak, waarna we de bus pakten naar Khao Sok, vervolgens naar Koh Lanta en tenslotte het paradijseilandje Koh Ngai. Lees verder voor wat fijne vakantie (en hardloop) verhalen!

Khao Lak

Vorig jaar behaalden we op Gili Air ons ‘Open Water Diver’ certificaat, duiken stond deze vakantie dan ook op ons verlanglijstje. Het plaatsje Khao Lak kozen we uit omdat de prachtige Similan Islands (een van de mooiste duiklocaties in de Andaman) per boot gemakkelijk te bereiken waren. Het was een geweldige duiktrip, waarbij we een nachtje op de boot sliepen, en 6 prachtige duiken maakten.

Bij terugkomst op het vaste land hadden we nog 1 nachtje in Khao Lak over. Op de laatste ochtend moest het er daarom ook maar van komen: hardlopen. Van tevoren hadden we bedacht dat het ons leuk leek om op elke plaats waar we verbleven een paar kilometer te rennen, dus trokken we die ochtend om 7.00 uur onze hardloopkleding aan. Omdat er helaas geen pad langs het strand was, moesten we een stukje over de hoofdweg en daarna een rondje om een soort meer (waar we overigens veel meer hardlopende Thai zagen). Mijn shirt was binnen no-time drijfnat. Wat een hitte! We besloten daarom dat 4 kilometer meer dan genoeg was. Maar voldaan schoven we aan bij het ontbijt, waar we weer voorzien werden van de lekkerste Thaise ontbijtgerechtjes.

Koh Lanta

Vanuit Khao Lak trokken we door naar Khao Sok, een prachtig groen nationaal park. Hier hebben we wel lekker gewandeld, maar niet hardgelopen. Doel nu al mislukt, haha ;). Na Khao Sok ging de reis naar het mooie eiland Koh Lanta, waar we een hele week verbleven bij het Relax Bay Resort. Echt jongens, wat een aanrader. Prachtige bungalows aan zee, en tijdens je ontbijtje een mooi uitzicht.

Op Koh Lanta heb ik 3x m’n hardloopschoenen aangetrokken, telkens rond 7.00 uur ’s ochtends. Dit keer liet ik m’n shirt thuis en liep ik alleen in m’n sportbeha en kort broekje. Het zal er misschien een beetje gek uit hebben gezien, maar als je het zo warm hebt kan je dat al niet meer schelen. En ach, ik kende toch niemand. Op Koh Lanta begon ik ook aan het boek ‘Running Like A Girl‘, van Alexandra Heminsley. Zij vertelt zo leuk over de struggles en aan de andere kant de verslaving van het hardlopen. Zo lekker om te lezen terwijl je heerlijk in het zonnetje geniet van even niet hardlopen.

Koh Ngai

Zonder twijfel een van de mooiste plekken waar ik ooit geweest ben. Wat is Koh Ngai een prachtig eiland! Toen we met de boot kwamen aanvaren keken we onze ogen uit. Wat is het water hier blauw! Op het eiland waren slechts een paar hotels en restaurantjes, laagbouw en vooral bungalowtjes. Er was geen weg of pad, je kon alleen via het strand van de ene naar de andere plek lopen. We konden hierdoor helaas niet het hele eiland rond rennen, wat vorig jaar op Gili Air wel mogelijk was. Wel hebben we aan het eind van de tweede dag toch nog even op het strand heen en weer gerend. In totaal 3,5 kilometer, maar het voelde als 35. Maar zo trots dat we toch gegaan waren!

Ik kan nog veel meer over onze reis vertellen, over de apen die we door de bomen zagen slingeren in Khao Sok, mijn allereerste keer scooter rijden op Koh Lanta en het lekkere eten wat we overal hebben gegeten, maar dat bewaar ik voor een andere keer!