Amsterdam Marathon: DONE!

Ik heb het gewoon gedaan, ik heb de marathon van Amsterdam gerend! Het was een onwijs bijzondere ervaring, maar wel eentje in de categorie ‘eens maar nooit weer’.

De start
De wekker gaat om 6.00 uur, maar uiteraard word ik voor de wekker wakker. Gelukkig heb ik wel lekker geslapen en stap ik uitgerust onder de douche. Zaterdagavond heb ik pannenkoeken gebakken, dit is vanochtend mijn ontbijt. Twee stuks krijg ik er weg, meer lukt echt niet op dit tijdstip. Voor de zekerheid stop ik er nog twee in mijn tas.
Alles gecheckt, Bas z’n fiets zit achterop de auto en om 7.30 uur rijden we naar Amsterdam. We parkeren bij de RAI, Bas vertrekt op zijn fiets richting de stad en ik ga met de metro naar het Olympisch Stadion. Heel veel nerveuze koppies (die van mij zal er ongetwijfeld net zo hebben uitgezien) maar iedereen heeft er zin in. Nadat ik m’n tas heb afgegeven loop ik samen met duizenden andere hardlopers het stadion in. Wat is dat gaaf zeg! Al die mensen op de tribunes en sowieso de sfeer daar is geweldig. We zien de toplopers vertrekken en iedereen juigt. Na ongeveer een kwartier is mijn startvak aan de beurt. Daar gaan we!!

De eerste helft
‘Woohoooo ik ben een marathon aan het rennen!’, gaat meerdere malen door mijn hoofd. Het zonnetje schijnt en er staat zoveel publiek langs de kant, echt geweldig. Bij de 5 km kom ik Bas voor de eerste keer tegen en ik ren vrolijk verder. Ik ren met een gemiddelde pace van 6.00 min per kilometer, wat ik ook vooraf bedacht had. Bij de 12 km zie ik mijn ouders staan, superleuk. Dan gaan we langzamerhand de stad uit (en zie ik Bas nog een keer) en volgt het lange stuk langs de Amstel. Ik denk dat ik dit wel het mooiste stuk vond. Lekker in de natuur, en niet zo hoeven opletten op tramrails op de weg. Af en toe voelde ik wel wat pijntjes, onder m’n voeten, in m’n knie maar dit was gelukkig nog te doen. Bij de drinkpost bij de 16 km neem ik even de tijd om te wandelen en een banaantje te eten. Na een paar kilometer gaan we de brug over en lopen we aan de andere kant van de Amstel terug naar Amsterdam. Op de Amstel varen ook allemaal bootjes die mensen aan het aanmoedigen zijn, superleuk! Daar is de volgende drinkpost en het bordje met 21 km. Yes, op de helft!

De tweede helft
Die pijntjes die ik in het begin al een beetje voelde, zijn steeds meer aanwezig en vanaf 25 km heb ik het dan ook echt zwaar. Dit stuk is ook nog eens supersaai en gaat door een industriegebied. Inmiddels is het zonnetje ook echt weg en zijn er dikke wolken voor in de plaats gekomen met lichte regen. Niet erg, wel lekker die verkoeling. Rond de 28 kilometer zie ik Bas weer, met in z’n ene hand een Mars en in de andere een flesje Aquarius. ‘Welke wil je?’, roept hij. Dankbaar neem ik het flesje aan en neem ik een paar slokken. Bas stapt weer op zijn fiets en fietst een heel stuk mee. Een paar kilometer later zie ik daar ook m’n ouders, broer en zusje weer staan. ‘Ik lach wel, maar ik ben niet blij’, zeg ik nog, en ‘Dit doe ik nooit meer’. Nog 12 kilometer te gaan. Ik heb het zo zwaar, elke stap doet al zeer en ik ga tussendoor steeds meer wandelen. M’n benen willen gewoon niet meer. Nog 9, nog 8, nog 7…
Dan zie ik dat we een tunnel ingaan. Wat? Een tunnel? Ik zeg bij voorbaat al tegen mezelf dat ik dat stuk omhoog echt ga wandelen, ik peins er niet eens meer over om te rennen, haha. Bovenaan staan weer mijn ouders, het had leuk geweest als ik rennend voorbij zou komen maar dat zat er niet echt in. Een paar meter later zie ik daar ook Steven, Lisette, Jessica en Daniel. Zo leuk dat zij er ook zijn om mij aan te moedigen! Dan ben ik bovenaan en ga ik weer rennen. Ik ben er bijna!

De finish
De laatste 4 kilometer zie ik steeds meer ambulances, maar gelukkig zie ik zelf niemand neer gaan. Gelukkig voel ik me (behalve die benen en die steek in m’n zij) zelf goed. Ik ga die finish sowieso halen! Het 40 kilometer punt passeer ik rennend en ook ga ik nog lachend op de foto voor de fotograaf. Eenmaal uit het zicht begin ik meteen te wandelen, haha. Dan zet ik voor de laatste keer aan, op naar het Olympisch Stadion. We rennen het Vondelpark uit en dan is het eigenlijk nog maar 1 rechte weg. Nog 500 meter! Ik ren langs een man die wandelt en ik roep ‘komop, je bent er bijna!’ en ook hij vindt weer de energie om verder te gaan. Ik loop het stadion binnen, kippenvel al-over. Ik ga het halen! Die laatste meters in het stadion gaan als vanzelf, ik heb geen pijn meer. Aanzetten tot een sprintje zit er alleen niet in. Voor ik het weet ben ik de finish over. Ik heb het gewoon gehaald! Ik voel al een paar tranen opkomen maar ik slik ze weg. Dankbaar neem ik mijn medaille in ontvangst en krijg ik een plastic cape om mezelf warm te houden. Dan loop ik het stadion uit en zie ik daar mijn ouders! Ik houd het toch niet meer en begin te huilen, maar het zijn alleen maar tranen van blijdschap. Ik heb vandaag een marathon gerend! Mijn tijd: 4.51.52.

Iedereen ontzettend bedankt voor alle lieve berichtjes een aanmoedigingen (in Amsterdam en via Whatsapp/Facebook). Zonder jullie was het ongetwijfeld een stuk zwaarder geweest. Jullie zijn geweldig! 🙂

Of ik ooit nog een marathon loop? Ik denk het niet. Tot 21 kilometer is het leuk, daarna is het afzien, dus ik hou het bij halve marathons. Maar deze medaille kunnen ze niet meer van me afpakken.

(Edit: dat ik alweer ben teruggekomen op het besluit om nooit meer een marathon te rennen lees je hier)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *